Onze prachtige natuur
Botanische Tuin Fort Hoofddijk
Het fort is in 1963 door de universiteit aangekocht van het ministerie van Defensie. Dat jaar werd begonnen met de aanleg van een rotstuin op het fort. De rotstuin is ontworpen door Willy A.H. Fromme (1915-2008).
2100 ton rotsachtig materiaal uit de Ardennen werd hiervoor aangevoerd. Een deel van de gebruikte stenen zijn hoogoven-sintels, die kwamen uit de rotstuin van het Cantonspark in Baarn, die ook door hem en de hortulanus Muyser was aangelegd. Andere stenen werden door Fromme persoonlijk uitgezocht in de Ardeense steengroeven.
Botanische tuin Utrecht
Sinds 1639
De Utrechtse Botanische Tuinen behoren tot de oudste nog bestaande universitaire tuinen van Nederland. De Tuinen zijn opgericht in 1639, drie jaar na de oprichting van de Utrechtse Universiteit. De eerste tuin werd aangelegd op het toenmalige bolwerk Sonnenborgh, waar zich nu de Sterrenwacht bevindt, later volgde de Lange Nieuwstraat waar nu het Universiteitsmuseum gevestigd is en op dit moment is de hoofdlocatie van de Tuinen te vinden op Fort Hoofddijk in Utrecht.
Buitenplaats Pavia, Zeist
Pavia ligt even ten zuiden van de Zeister dorpskern, aan de oostkant van de Arnhemse Bovenweg. De buitenplaats bestaat grotendeels uit landschappelijk aangelegd parkbos. Het in neoclassicistische stijl gebouwde landhuis staat op een verhoogd terrein en is met de voorgevel gericht naar de Laan van Beek en Royen. Vanuit het huis lopen diverse zichtlijnen over de gazons en tussen boongroepen door naar de weg en naar de slingervijver. Pavia is via een oprijlaan aan de voorzijde te bereiken. Rechts van het huis staat een witte houten duiventoren van rond 1880.
De Wieden
Het landschap van De Wieden danken we aan onze voorouders. Zij wonnen hier vanaf de vijftiende eeuw turf, een kostbare brandstof. Het veengebied werd door de tijd heen langzaam afgegraven. Zo kreeg het water steeds meer meer ruimte. Er ontstonden zelfs grote meren (wieden), zoals de Belterwijde en Beulakerwijde (ook Belterwiede en Beulakerwiede genoemd).
Goois Natuurreservaat Westerheide
Het Goois Natuurreservaat is een natuurreservaat in het Gooi. Het bestaat uit 65 afzonderlijke natuurgebieden, deels met elkaar verbonden. Tot deze gebieden behoren verschillende heidevelden. De gebieden strekken zich uit van het Gooimeer in het noorden bij Huizen tot de provinciegrens bij Hollandsche Rading in het zuiden. Het reservaat heeft een omvang van 2800 hectare natuur. Het Goois Natuurreservaat ligt in de buitengebieden van de zes deelnemende gemeenten, inclusief alle Gooise heidevelden en het grootste deel van de bossen. Het grootste deel van het reservaat is de Westerheide tussen Hilversum en Laren. Het reservaat staat onder toezicht van de Stichting Goois Natuurreservaat (GNR), een Nederlandse natuurbeschermingsorganisatie uit 1932, gevormd door de Gooise gemeenten Gooise Meren, Blaricum, Hilversum, Huizen en Laren. In 2022 bestaat Goois Natuurreservaat 90 jaar.
De afzonderlijke delen van het reservaat, of soms het gehele reservaat, worden in de volksmond vaak simpelweg aangeduid met 'de hei'. Het reservaat staat bekend om zijn struikheide, dat elke augustus-september fel paars bloeit. Het natuurreservaat is openbaar en gratis toegankelijk.
Ik zag het licht
Foto's gemaakt in het Arboretum in Doorn.
Met 27 ha is het Nationaal Bomenmuseum Von Gimborn Arboretum in de Doornse bossen op de Utrechtse Heuvelrug een van de grootste botanische tuinen in Nederland. Het arboretum, een uit de hand gelopen liefhebberij van inktmagnaat Max von Gimborn die het park in 1924 stichtte, werd in de tweede helft van 20e eeuw door de universiteit van Utrecht gebruikt voor educatie en onderzoek. Nu wordt het park beheerd door de Stichting Von Gimborn arboretum.
Landgoed Bornia
Bornia is onderdeel van een natuurgebied dat uit drie delen bestaat; Heidestein, Bornia en Noordhout, die respectievelijk van west naar oost gelegen zijn. Samen vormt dit een gebied van 642 ha, het grootste aaneengesloten gebied van het Utrechts Landschap waarvan bornia met 289 ha de grootste is. Bornia ligt tussen Zeist, Austerlitz en Driebergen-Rijsenburg in de gemeente Utrechtse Heuvelrug. De A12 vormt de zuidelijke grens voor het natuurgebied. Bornia wordt voornamelijk bedekt door bossen en heide. Kenmerkend voor het gebied zijn de stuifzanden
Landgoed Heidestein
Landgoed Heidestein is een natuurgebied tussen Zeist en Driebergen-Rijsenburg op de Utrechtse Heuvelrug. Het gebied ligt aan de noordkant van de Arnhemsebovenweg landgoed Bornia. Ten noordoosten grenst het aan de bossen van Austerlitz en ten noordwesten aan de wijk Kerckebosch van Zeist en de Zeisterbossen.
Landgoed Oostbroek
Bloemrijke graslanden tussen oud loofbos, moerassen en een kloostertuin. Landgoed Oostbroek vormt een oase aan rust tussen de drukte van de A28 en het UMC Utrecht. Hier kunt u ontsnappen aan de drukte van alledag. Het landgoed is uitermate geschikt voor een korte wandeling of een picknick in het gras. Dat het landgoed een lange historie kent, is te zien aan de parkachtige inrichting, dikke oude bomen en het statige landhuis.
Langs de Langbroekerwetering in de winter
Om dit gebied te ontginnen waren er twee problemen. Het moeras had geen afwatering en het bekken werd door de jaarlijkse overstroming van de Rijn steeds weer gevuld. De Kromme Rijn werd in 1122 afgesloten. Dit had wel consequenties voor het handelsverkeer. Daarom werd er een vaart gegraven vanuit Utrecht naar de Lek: de Vaartsche Rijn. Door deze omleiding van waterstromen kon er begonnen worden met de drainage van Langbroek teneinde de gronden te kunnen ontginnen. Hiervoor werd er een wetering gegraven tussen Wijk bij Duurstede en Driebergen-Rijsenburg: de Langbroekerwetering.
Langs de Lek
Uit geologisch onderzoek van de Universiteit van Utrecht blijkt dat de eerste aanzet van de Lek rond 200 v.Chr. is ontstaan, als gevolg van een doorsteek van een oeverwal bij Wijk bij Duurstede en Rijswijk. Rond het begin van onze jaartelling werd de Lek een actieve(re) rivier als zijtak van de Rijn voor de afvoer van het Rijnwater. De oudste geschreven bronnen vermelden de naam van de rivier tussen de tweede helft van de 8e eeuw en de eerste helft van de 10e eeuw als Lokkia(m) en Loccham. De Lek eindigde voor de 9e eeuw bij Lexmond in de rivier de Ammer (na de 9e eeuw ook de Lek genoemd). Het actiever worden van de Lek leidde tot een langzame dichtslibbing van de Kromme Rijn, maar de verplaatsing van de hoofdstroom door de Lek in plaats van de Kromme Rijn, gebeurde pas op zijn vroegst in de 10e eeuw. De Lek werd in 1122 definitief de hoofdstroom van de Rijn omdat bij Wijk bij Duurstede de oorspronkelijke Rijnloop werd afgedamd.
Leersumse veld november 2020
Het Leersumse Veld is het stilste plekje in Nederland. In de ijstijd uitgesleten door smeltwater in de stuwwal die nu Utrechtse Heuvelrug heet. Ontbossing en overbeweiding hebben in de loop van eeuwen de grond uitgeput. Het Leersumse Veld werd een gebied van stuifzand en heide, die op natte plaatsen ging vervenen.
Nieuwkoopse plassen
De Nieuwkoopse Plassen is een typisch Hollands landschap. Het is niet vreemd dat schilders van de Haagse School zoals Roelofs en Weissenbruch hier rond 1885 hun inspiratie vonden. Maar er is veel meer. Dit prachtige laagveenmoeras heeft een verborgen schoonheid.
Ooit bestond Nederland voor een groot deel uit laagveen zoals in de Nieuwkoopse Plassen. Nu komen zulke uitgestrekte laagveengebieden en hun bijzondere planten en dieren niet veel meer voor. De Nieuwkoopse plassen zijn belangrijk voor de purperreiger, groenknolorchis en noordse woelmuis. Hun populaties behoren tot de belangrijkste van Nederland.
Utrechtse Heuvelrug
De Heuvelrug is groter dan het huidige Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. De groene ruggengraat van de Heuvelrug strekt zich uit van het Gooimeer tot de Grebbeberg. Eén Nationaal Park voor de hele Heuvelrug is de beste manier om dit bijzondere gebied te beschermen en te ontwikkelen. De gemeenten Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Zeist, Leusden en Woudenberg maakten al deel uit van het Nationaal Park. Inmiddels zijn Baarn, Soest en De Bilt als nieuwe gemeenten ook aangehaakt.